- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
De inkomsten van de Sociale Zekerheid zijn onvoldoende om het budget in evenwicht te houden. Het tewerkstellingspercentage is in Wallonië en Brussel een stuk lager dan in Vlaanderen, waardoor de Vlaamse bijdrage aan de sociale zekerheid per inwoner een stuk hoger is dan in Franstalig België. De middelen voor gezondheidszorg en voor ziekte en invaliditeit worden in Vlaanderen efficiënter gebruikt. Het globale resultaat van de gezondheidszorg is bovendien beter in Vlaanderen.
De Belgische staatsschuld bedraagt op dit ogenblik meer dan 530 miljard euro (105,2% van het bruto binnenlands product) met een begrotingstekort van 4,4% van het bbp terwijl de EU-norm respectievelijk 60% van het bbp en 3% bbp is.
Voor een belangrijk deel zijn de tekorten in de Sociale Zekerheid (SZ) de oorzaak van het begrotingstekort. Aangezien de inkomsten van de SZ slechts voor 72% uit de geïnde bijdragen komen zijn toevoegingen vanuit de federale begroting nodig. Het overheidsaandeel in de SZ (rijkstoelagen en alternatieve financiering) is sinds de jaren 90 alleen maar toegenomen en legt op dit ogenblik een druk van meer dan 30 miljard euro op de federale begroting.
De globale tewerkstellingsgraad bedraagt op dit ogenblik slechts 72,2%, waar het streefdoel van de regering tot nu 80% was. Voor Vlaanderen is dat 76,2%, voor Wallonië 68,1% en voor Brussel Hoofdstedelijk Gewest 63,7%. De globale bijdrage van Vlaanderen aan de SZ is dan ook beduidend groter dan die van de andere regio's.
De som van de werknemersbijdragen en de patronale bijdragen was in 2022: Vlaanderen 9.223 euro per inwoner; Wallonië 7.812 euro per inwoner, en Brussel Hoofdstedelijk Gewest 7.428 euro per inwoner (Nationale Bank van België: ESR classificatie D61, regionale rekeningen). Deze getallen zijn exclusief de bijdragen in de stelsels van de zelfstandigen en van de ambtenaren.
Als gevolg van de betere tewerkstellingsgraad ontvangt de SZ dus 1.411 euro méér per inwoner vanuit Vlaanderen dan vanuit Wallonië. Voor Brussel loopt dit verschil op tot 1.795 euro per inwoner. Dit betekent een globale potentiële meerinkomst voor de SZ van 5,2 miljard voor Wallonië en 2,2 miljard voor Brussel indien de tewerkstellingsgraad er zou toenemen naar het Vlaamse niveau.
Dikwijls wordt als verklaring de verschillende socio-economische situatie tussen Noord en Zuid gegeven. Een gedifferentiëerd arbeidsmarktbeleid zou dan ook een oplossing kunnen bieden. Men mag hopen dat dergelijk inzicht bij de regeringsonderhandelingen tot maatregelen leidt.
De tewerkstellingsgraad is dus te laag en dat is niet omdat er te weinig arbeidsaanbod zou zijn, integendeel. Op dit ogenblik zijn er meer dan 160.000 openstaande vacatures in België. Het probleem ligt bij het groot aantal langdurig zieken en invaliden, op dit ogenblik meer dan 500.000 personen. De totale kostprijs daarvan voor het RIZIV-budget bedraagt 7,5 miljard euro (cijfers voor 2021).
De oversterfte kan voor Franstalig België geschat worden op 6.150 personen per jaar
Psychische problemen (burn-out en depressie) en ziekten van het bewegingsstelsel (rugklachten) maken het overgrote deel uit. Sinds 2017 steeg het aantal personen in langdurige arbeidsongeschiktheid met ongeveer 25%. Werklozen, langdurig zieken en invaliden moeten dus geactiveerd worden om (terug) aan het werk te gaan. Ook hier worden Noord-Zuid verschillen vastgesteld. Een gedifferentieerd activeringsbeleid is nodig, gebaseerd op incentives maar ook op responsabilisering.
Worden de middelen voor de gezondheidszorg efficiënt besteed? Geneeskundige Verzorging en de Ziekte- en Invaliditeitsuitkeringen vertegenwoordigen samen 41% van de uitgaven van de SZ.
De Belgische gezondheidszorg kan als degelijk beschouwd worden, maar ten koste van een flinke prijs waarbij het globale resultaat van Wallonië aandacht vraagt. De som van het aantal overlijdens vermijdbaar door primaire preventie en het aantal overlijdens vermijdbaar door optimale zorg-organisatie en secundaire preventie is voor Vlaanderen gunstiger dan voor Wallonië en Brussel Hoofdstedelijk Gewest.
De oversterfte kan voor Franstalig België geschat worden op 6.150 personen per jaar. Gedifferentieerde maatregelen zijn nodig met nadruk op preventie en meer aandacht voor chronische zorg. Communautarisering zou elke gemeenschap toelaten een eigen traject naar preventie en zorg volgens eigen behoeften, naar meer efficiëntie en naar kwaliteitsverbetering uit te bouwen.
De uitgaven voor de gezondheidszorg bedragen op dit ogenblik ongeveer 10,8% van het bbp met de bemerking dat 22% van deze uitgaven niet gedragen wordt door de sociale verzekering - dit aandeel betalen de burgers "uit eigen zak".
Het gezondheidszorgbudget zal steeds meer onder druk komen door de evolutie van de medische technologie, nieuwe farmaceutische producten en de vergrijzing met een toename van de eigen persoonlijke betalingen. De Commissie voor de Vergrijzing verwacht een kostenstijging tot 14,1% van het bbp tegen 2050. Globale, centraal uitgewerkte maatregelen zullen niet volstaan om in te spelen op de specifieke maatregelen die de tewerkstelling, de efficiëntie en de kwaliteitsverbetering in de verschillende regio's moeten verbeteren.
De splitsing van de arbeidsmarktbevoegdheid en het tewerkstellingsbeleid, de verdere communautarisering van de gezondheidszorg, inbegerepen de ziekte- en invaliditeitsverzekering, zouden een op maat uitgewerkt beleid mogelijk maken.
Enkel op die manier kan voor de toekomst de nood aan bijpassingen vanuit de federale begroting aan het budget van de sociale zekerheid beperkt worden.
Dr. Karel Vermeyen is voorzitter van het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) en bestuurslid van het Vlaams Artsenverbond (VAV).
Oorspronkelijk artikel Artsenkrant
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Uit Doorbraak van 16 november 2024
Paul Becue, Karel Vermeyen en Jürgen Constandt: ‘Het is de enige manier om onze zuiderburen zich verantwoordelijk te laten gedragen.’
Jaarlijks vloeit er via transfers minstens 7,5 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië. Vlamingen geven gemiddeld immers meer geld aan socialezekerheidsbijdragen dan Walen, betalen minder uitkeringen voor ziekte en invaliditeit en hebben niet zoveel last van consumptiegedrag in de gezondheidszorg. Maar het is dringend tijd om daar verandering in te brengen.
Een studie van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) in april pakte op basis van gegevens van de gerechtigden bij de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen, die maar liefst 608.000 leden telt, uit met een aantal opmerkelijke resultaten.
In Wallonië wordt per hoofd van de bevolking ongeveer 75 euro (3 procent) meer uitgegeven aan gezondheidszorg dan in Vlaanderen. Dat is deels te wijten aan het feit dat Franstaligen sneller een beroep doen op medische specialisten in plaats van huisdokters. Daarnaast maken Walen meer gebruik van medische beeldvorming en labo-onderzoeken.
Door het aantal geneeskundestudenten jarenlang niet te beperken, zijn er bij onze zuiderburen bovendien meer artsen — en dan vooral specialisten — wat de medische consumptie in de hand werkt: iedere arts wil immers een bezoek van zijn patiënt ‘valoriseren’.
In Wallonië heeft 22 procent van de bevolking het statuut ‘verhoogde tegemoetkoming’ en in Brussel gaat het zelfs om 32 procent. In Vlaanderen is dat 16 procent, wat wijst op een gemiddeld hogere welvaart in onze regio. Verder bedraagt het aantal uitkeringsdagen voor arbeidsongeschiktheid of invaliditeit in Wallonië per titularis 31. Dat is vijf dagen of 18 procent meer dan in Vlaanderen.
Bijdragen
De studie geeft ook aan dat de Vlaming in 2023 gemiddeld 10.909 euro bijdroeg aan de sociale zekerheid, terwijl de Waal maar 9.010 euro neertelde. Het gaat om de inkomsten die werden geïnd binnen het werknemersstelsel.
Dat verschil werd in een latere studie herbevestigd. Het onderscheid tussen Vlaanderen en Wallonië bleek toen wel kleiner te zijn, maar bedraagt nog steeds 1.411 euro (respectievelijk 9.223 euro versus 7.812 euro). Voor de totale Waalse bevolking gaat het om 5,2 miljard euro. Dezelfde berekening voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geeft 2,2 miljard euro.
Oorzaak en oplossing
Deze verschillen zijn vooral toe te schrijven aan de lage tewerkstellingsgraad in Wallonië en Brussel. Beide gewesten blijven in hetzelfde bedje ziek, terwijl zij juist structurele hervormingen in de arbeidsmarkt zouden moeten doorvoeren om hun rampzalige financiële toestand met grote begrotingstekorten recht te trekken. De nieuwe Waalse regering kondigde met de grote trom bezuinigen aan, maar dit jaar zullen de tekorten zeker verder oplopen.
Om daar paal en perk aan te stellen en de Vlaamse welvaart op termijn te handhaven, moet de sociale zekerheid gesplitst worden. Het is de enige manier om onze zuiderburen zich verantwoordelijk te laten gedragen. Helaas wordt elke hervorming al jarenlang geblokkeerd via bijzondere mechanismen in de Grondwet.
Net daarom zijn de lopende federale regeringsonderhandelingen zo cruciaal. Als er nu niets gebeurt, zullen ‘rating agencies’ binnenkort hun verwachtingen naar België toe verlagen. Daardoor zal Vlaanderen opnieuw harde klappen krijgen, hoewel wij steeds de goede leerling van de klas waren.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
“Vandenbroucke wil aan inkomen én praktijkvoering van artsen raken”
Als chirurg ben ik in 2022 op mijn 65ste moeten stoppen in het AZ Sint-Jan in Brugge,
maar ik werk vandaag nog steeds in de verzekeringsgeneeskunde”, vertelt Jan Van Meirhaeghe (68).
Daarnaast zetelt Van Meirhaeghe voor N-VA in de gemeenteraad van poldergemeente Damme.
“We haalden met 18,4 procent een goed resultaat, maar moeten helaas opboksen tegen
de monsterlijst van burgemeester Joachim Coens”, vertelt hij.
Daarenboven is Van Meirhaeghe provincieraadslid in West-Vlaanderen,
maar daar loopt zijn mandaat binnenkort af.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
De stijgende netto overheidsuitgaven en de te lage ontvangsten in de sociale zekerheid (SZ) zijn oorzaken van de ontspoorde budgettaire situatie van de Belgische federale begroting. Jaarlijks wordt het tekort van de sociale zekerheid aangevuld via rijkstoelagen en alternatieve financiering, op dit ogenblik ongeveer 30 miljard per jaar. Meer efficiëntie in de SZ is dan ook noodzakelijk om de zware druk op de federale begroting te beperken.
Om de inkomsten van de SZ te verhogen is het noodzakelijk een hogere tewerkstellingsgraad te bereiken. Gezien de verschillen tussen de regio’s is een gedifferentiëerd beleid noodzakelijk. Splitsing van de arbeidsmarktbevoegdheid biedt de mogelijkheid voor elke gemeenschap om een eigen politiek uit te bouwen.
Geneeskundige Verzorging en de Ziekte- en Invaliditeitverzekering vertegenwoordigen samen 41% van de uitgaven van de SZ. Een meer efficiënte besteding van middelen, kwaliteitsverbetering, responsabilisering en meer nadruk op preventie zijn essentiëel om voor de toekomst deze sectoren betaalbaar te houden en het overheidsaandeel in de SZ niet verder te laten ontsporen.
In de zesde staatshervorming werden stappen gezet in de communautarisering van het gezondheidsbeleid waarbij bevoegdheden gedeeltelijk overgedragen werden naar de gemeenschappen. Een evolutie naar gedecentraliseerde homogene bevoegdheden en de bijhorende financiering is de volgende stap die de gemeenschappen de mogelijkheid biedt om een efficiënter en kwaliteitsbevorderend beleid te ontwikkelen. Dat betekent toewijzing van het beleid, inbegrepen de financiering, aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Meer efficiëntie zal ook noodzakelijk zijn om het solidaire systeem te behouden. Solidariteit, responsabilisering en kwaliteit blijven sleutelwoorden.
Voor het Vlaams Artsenverbond is het duidelijk dat door de communautarisering van het arbeidsmarktbeleid en van het gezondheidsbeleid zowel Vlaanderen als Franstalig België een toekomstgericht beleid kunnen ontwikkelen, gericht op efficiëntie- en kwaliteitsverbetering, elke Gemeenschap volgens eigen inzichten en behoeften.
De communautarisering van de persoonsgebonden materies binnen de sociale zekerheid moeten dus op de agenda komen bij de federale regeringsonderhandelingen.
De integrale tekst van het memorandum.
Dr Jan Van Meirhaeghe Dr Karel Vermeyen
Voorzitter VAV Voorzitter AK-VSZ
Contact: Jan Van Meirhaeghe, voorzitter VAV
e-mail:
GSM: 0496/286719
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Afgelopen maandag droeg uittredend voorzitter Jürgen Constandt, met unanieme steun van het bestuur, het voorzitterschap van het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) over aan Dr. Karel Vermeyen.
Dr. Vermeyen is gepensioneerd arts-specialist in anesthesie, bestuurslid van het Vlaams Artsenverbond en sinds enkele jaren actief lid van het AK-VSZ. Zijn carrière als anesthesist speelde zich grotendeels af in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, waar hij ook coördinator was van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk KU Leuven. Daarnaast bekleedde hij de functie van campushoofdgeneesheer in het ZNA-Middelheimziekenhuis.
Op beleidsmatig vlak heeft Dr. Vermeyen ruime ervaring opgedaan als voorzitter van de Planningscommissie Medisch Aanbod en als kabinetsmedewerker van onder andere Rudy Demotte en Patrick Dewael.
Dr. Vermeyen volgt in de voetsporen van zijn voorgangers, waaronder Dr. Walter Peeters, Dr. Gui Celen en lic. Jürgen Constandt, en wordt zo de vierde voorzitter van het AK-VSZ. In 2025 viert de organisatie haar 30-jarig bestaan.
De vraag is echter of er reden tot feestvreugde zal zijn, gezien de meeste bevoegdheden inzake sociale zekerheid nog steeds federaal geregeld zijn. Structurele hervormingen zijn dringend noodzakelijk om de duurzaamheid van onze sociale zekerheid te waarborgen voor toekomstige generaties.
Het AK-VSZ kijkt met grote belangstelling uit naar de plannen van het volgende federale regeerakkoord en roept de Vlaamse onderhandelaars op om de Vlaamse resoluties van 1999 ter harte te nemen. Dat de ziekteverzekering een gemeenschapsmaterie wordt, lijkt een logische stap. Ook het overdragen van pensioenen, invaliditeits- en werkloosheidsverzekeringen naar de deelstaten zou een noodzakelijke hervorming zijn.
Blijven aanmodderen zoals momenteel het geval is, is geen optie meer stelt het AK-VSZ resoluut.
Erik Stoffelen, secretaris
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
De door de EU geëiste inspanning is zo groot dat ze niet kan slagen zonder twee sporen te volgen. Naast de directe ingrepen in de inkomsten en de uitgaven van de overheid moeten de verspillende staatsstructuren en de ineffectieve compromissen worden geëlimineerd, schrijft Remi Vermeiren, voormalig CEO van KBC en auteur van 'Vlaams Manifest'.
De overheidsfinanciën zijn meer dan ooit terechtgekomen in een perfecte storm. Terwijl de uitgaven voor vergrijzing, klimaatverandering en defensie onverbiddelijk oplopen en het concurrentievermogen wordt bedreigd door hoge energie- en loonkosten en te beperkte productiviteitsstijgingen, eist de EU dat België zijn ‘buitensporige tekorten en schulden’ terugdringt. Daarbij zou België over de volgende zeven jaar het tekort op zijn overheidsbudget met 4 miljard euro per jaar moeten verminderen.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Het ene woord is het andere niet. Georges-Louis Bouchez sprak op de avond van 9 juni van een staatshervorming. Voor hem was het dat ook. De winst van zijn partij en het verlies van de PS waren een aardverschuiving, maar voor ons geen staatshervorming. Een staatshervorming is immers veel duurzamer. Wat je wijzigt, is min of meer blijvend van karakter. Maar bij een aardverschuiving kunnen graafmachines alles terug in zijn oude plooi leggen.
En daar moeten we ons voor hoeden. Het feit dat Wallonië dit keer rechtser heeft gekozen dan de vorige keren, mag ons niet doen besluiten dat we gebeiteld zitten voor de toekomst. België is een merkwaardig land en wat vandaag verworven is, is dat daarom morgen soms niet meer. België draait vierkant en de zege van MR zal hier niks aan veranderen. Tenzij … tenzij we het momentum grijpen en die staatshervorming doorduwen die ervoor kan zorgen dat zelfs graafmachines geen bressen meer in dijken kunnen slaan.
Vlamingen en Franstaligen zijn wezenlijk verschillend. Geen verwijt, gewoon een vaststelling. Magnette zei ooit dat Walen liever profiteren van het leven en Vlamingen liever hard werken. Feit is dat de werkzaamheidsgraad in Wallonië barslecht is. Slechts 66% is er aan het werk. In Vlaanderen 77%. En van die 66% werkt er slechts 23% in de privésector. Die vaststelling, dat Vlamingen en Walen verschillen, moet ertoe leiden dat elke deelstaat zijn eigen klemtonen moet kunnen leggen. Elke deelstaat moet een eigen arbeidsmarktbeleid, een volledig eigen gezondheidszorg kunnen voeren en tot responsabilisering van de uitgaven komen. Dat moet ingebed worden in een diepgaande staatshervorming waardoor er bij een volgende stembusgang geen ommekeer in dat beleid kan komen.
Vlaamse staatsvorming is noodzakelijk!
Niet hervormen om te hervormen, maar om te verbeteren. Vlaamse staatsvorming moet ertoe leiden dat we zelf de krachtlijnen vastleggen en ervoor zorgen dat wat we verbeteren ook beter blijft. Het verleden heeft al te vaak aangetoond dat de opkuis van de staatsfinanciën geen zekerheid is dat dit zo blijft. Willen we de Vlaamse welvaart beschermen dan moeten wij ook ‘mechanismen’ krijgen die ons in staat stellen die welvaart blijvend te verankeren in Vlaanderen. Dus zonder transfers die in een bodemloos vat terechtkomen. In die zin ijvert het OVV voor:
- De volledige splitsing van de sociale zekerheid: geen misbruik meer van zogenaamde solidariteit.
- Fiscale autonomie voor de deelstaten: gedaan met voorlopige dotaties.
- Homogene bevoegdheden zoals 25 jaar geleden vastgelegd in de 5 resoluties van het Vlaams parlement, inclusief een splitsing van het departement justitie.
- Géén herfederalisering van bevoegdheden, de droom van MR en Les Engagés.
- Géén België met 4 gewesten.
Het OVV hoopt dat de (pre)formateur met dezelfde ambitie die hem is ingegeven voor de verkiezingen de bovenstaande wijzigingen aan het federale huis kan doorduwen. Vandaar onze oproep om hem ook 100 dagen te geven, maar met de krijtlijnen van een grondige staatsvorming. Franstaligen zullen het de (pre)formateur niet gemakkelijk maken. In deze context is het cruciaal dat de Vlaamse onderhandelaars hun financiële macht, maar ook het krachtige signaal van de Vlaamse kiezer, als hefbomen gebruiken richting Vlaamse staatsvorming. Vandaag hebben we een unieke kans om Vlaanderen dat beleid te geven waarvoor het gekozen heeft. Efficiëntie en responsabilisering zijn dé sleutelwoorden om ervoor te zorgen dat Vlaanderen zijn welvaart kan veiligstellen. Dat weten ze ook perfect in het zuiden. Maar tussen droom en daad gaapt vaak een diepe kloof. Als Bouchez Wallonië echt klaar wil stomen voor de toekomst, dan gaat hij daarin compleet mee. Neem het ons niet kwalijk, dat we dat pas geloven als we het zien op het terrein.
Geniet van de Vlaamse Feestdag, 11 juli 2024.
Voorzitter Paul Becue en het Dagelijks Bestuur van OVV
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Het kan met Vlaanderen twee kanten uit. — © Maarten De Bouw
Luc Van den Brande geeft drie denksporen die volgens hem het Vlaamse regeerakkoord moeten helpen vormgeven.
Luc Van den Brande Voormalig minister-president van de Vlaamse regering (CD&V).
Overal, tegelijkertijd en in grote versnelling komen vele uitdagingen op ons af: klimaatverandering, vergroening van de economie, economisch verantwoorde energieconsumptie, nood aan nieuwe, andere investeringen. Zij zijn alle met elkaar verbonden en hebben een directe impact op onze toekomstige welvaart. Een rechtvaardige, eerlijke en duurzame transitie dringt zich daarbij op, tegen een achtergrond van een onzekere, multipolaire wereld waarin Europa competitiever en autonomer moet worden in een digitale omgeving gedreven door AI en robotica. Met oorlogen vlakbij in Oekraïne en in het Midden-Oosten. Vlaanderen is een deel van die nieuwe wereld waarin ambitie en de kwaliteit van het beleid doorslaggevend zullen zijn.
Langs alle kanten wordt aangedrongen op de snelle vorming van een Vlaamse regering. Natuurlijk moet er snel geschakeld worden, maar het komt er vooral op aan de ambitie juist te stellen. Het mantra van de noodzaak aan een centrumrechtse regering, zogenaamd als teken van de tijd en als dam tegen extreemrechts, is geen afdoend antwoord op de uitdagingen waar we voor staan. Bovendien is dat etiket onjuist, zeker voor twee van de drie partijen die de intentie hebben om samen een meerderheid te vormen. CD&V moet zich daar niet in laten vangen, ze staat als volkspartij recht tegenover links en rechts, met iedere mens centraal. Iedereen verschillend, iedereen gelijk. Met behoud van wat mensen sterker heeft gemaakt en radicale verandering van wat hen en de samenleving heeft verzwakt.
Tijd voor visionairen
Twee risico’s bedreigen de toekomstige regeringsafspraken. Vooreerst de ‘geruststelling’ dat extreemrechts gelukkig niet de overhand heeft gekregen. Daarbij mag niet vergeten worden dat twee partijen die ook de vorige Vlaamse regering vormden, de schade beperkt hebben, maar toch verloren. De voedingsbodem voor het ongenoegen bij veel mensen zal niet alleen een gewoon antwoord moeten krijgen, maar gedragen worden door een geïnspireerd beleid. Het is geen tijd voor techneuten, wel een voor visionairen.
Het tweede risico is dat men opnieuw een Bijbel maakt, tot in het laatste detail uitgeschreven, wat een teken zou zijn van wantrouwen. Het zou zuurstof wegnemen uit het Vlaams Parlement, dat zijn democratische rol verder ziet afkalven, en het zou getuigen van een achterhaalde bestuurscultuur. Er moet meer ruimte komen voor rechtstreekse inspraak van de burger. Het is ook tijd om de kabinetten drastisch in te perken en vooral te steunen op de administratie. De uitwas van kabinetten dreigt mettertijd tot een onzichtbare vijfde colonne te leiden die een eigen leven leidt. Hoorzittingen met de kandidaat-ministers in het Vlaams Parlement kunnen ook daarover duidelijkheid geven, samen met hun inzichten en deskundigheid voor de bevoegdheden waarvoor zij zijn aangezocht. In de afgelopen regeerperiode werden op een aantal domeinen zeker belangrijke stappen gezet, maar vaak was het in het defensief en ontbrak het aan ambitie om echt voor verandering te gaan.
Ik wil drie sporen aangeven die herkenbaar moeten zijn in het regeerakkoord. Om te beginnen: een mensgerichte, veerkrachtige samenleving waarbij de Europese pijler van sociale rechten het richtsnoer is voor een zorgzaam Vlaanderen, met steun en zekerheid voor wie het niet alleen aankan en met solidariteit tussen generaties. Waar sterk wordt ingezet op innovatie, creativiteit en veerkracht. Waar mensen dankzij onderwijs, kennis en vaardigheden alle kansen krijgen in de nieuwe wereld van werk die zich aftekent. Mensen voluit activeren zal meer resultaten opleveren dan werkloosheidsvergoedingen beperken in de tijd.
Inkomstenfederalisme
Een tweede spoor is een nieuwe organisatie van het land in confederale richting, waarvoor ik lang geleden al pleitte. Met Vlaanderen en Wallonië als deelstaten, een Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Zeg maar het 2+2-model. De huidige staatsinrichting steunt overwegend op een uitgavenfederalisme, ze moet veel meer ook een inkomstenfederalisme worden. Dat zal de verantwoordelijkheid van elke entiteit aanscherpen. In het verleden is al gebleken dat alleen de overdracht van homogene bevoegdheden tot resultaten en duidelijkheid leidt. Daarom is een volledige overdracht van het arbeidsmarkt- en gezondheidsbeleid nu aan de orde. Het Vlaams Parlement moet zich daarop voorbereiden. Dat kan niet los worden gezien van de Europese gemeenschappelijke ruimte, waarin Vlaanderen meer stem en plaats moet krijgen. Het samenwerkingsakkoord van 1994 is dan ook aan herziening toe. Meer dan in de afgelopen periode het geval was, moet Vlaanderen zich op de Europese en internationale kaart zetten en zich niet opnieuw beperken tot internationale culturele betrekkingen.
Een federale regering als afspiegeling van de deelstaatregeringen en regionale regeringen, zoals eerder al voorgesteld, is nu wellicht mogelijk. De federale regering, die haar eigen verantwoordelijkheid moet opnemen, moet daarbij ook inhoudelijk ruimte en steun geven aan het verschillende beleid van de deelstaten en gewesten. Een louter formele afspiegeling zal niet volstaan. Ook met meerlagig bestuur tussen alle bestuurslagen, van de gemeente tot Europa, als kader voor goede samenwerking, met respect voor ieders bevoegdheid.
Ten slotte moet de begroting onder controle worden gehouden, waarbij alle uitgaven grondig op hun effectiviteit worden afgewogen en de juiste prioriteiten worden gesteld, met de inzet van een rechtvaardige fiscaliteit.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Mechelen, 11 juni 2024 - De verkiezingen van afgelopen zondag hebben duidelijk gemaakt dat dit land uit een ander vaatje moet tappen. Voor het eerst halen de V-partijen N-VA en Vlaams Belang samen 50% van de zetels in Vlaanderen en voor het eerst staat de PS in Wallonië aan de kant. Zowel in Vlaanderen als Wallonië hebben de mensen gekozen voor hun welvaart en willen ze de toekomst van de volgende generaties op dat vlak veiligstellen. Maar ook al liggen de kaarten gunstig, het Overleg-centrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) pleit wel voor waakzaamheid. De beloftes die voor de verkiezingen gedaan zijn, mogen geen dode letter blijven. Als Bart De Wever stelt dat de beste kuur zelfbestuur is, dan willen wij hem daaraan houden, maar ook al zijn toekomstige regeringspartijen.
Zorgelijk in onze ogen is de reactie aan Waalse kant van Les Engagés. Meteen stellen ze een veto tegen een Vlaamse eerste minister in de figuur van Bart De Wever. Nochtans heeft het er alle schijn van dat de meerderheid van dit land, en dat zijn nog steeds de Vlamingen, diezelfde Bart De Wever in de Wetstraat 16 zijn intrek willen zien nemen. Dat Les Engagés nu pleit tegen De Wever als premier omwille van het zogenaamde ontbrekende respect voor de Waal getuigt van nog minder respect voor de Vlaming. Het is niet aan Les Engagés om veto’s te stellen. Wat belangrijk is, is dat de Franstaligen werk maken van de door hen voorgehouden hervormingen. Aan de andere kant van de taalgrens klinkt het uit de mond van de gemiddelde Waal dat hij of zij ook een welvarende toekomst wil. Hij of zij wil zijn of haar lot in eigen handen nemen, werken en niet langer leven van uitkeringen. De gemiddelde Waalse werkzaamheidsgraad moet van 66 naar 80%, iets waar de PS jarenlang geen werk van heeft willen maken omwille van electorale belangen. Dat moet het uitgangspunt zijn van MR en Les Engagés, niet een veto tegen de voorzitter van de grootste Vlaamse partij. Als de regio’s zelf hun lot in handen nemen dan vragen ze daarvoor de bevoegdheden die hen hiertoe in staat stellen, al de rest is gerommel in de marge.
De hervormingen moeten dit keer grondig en diepgaand zijn waardoor er echt efficiëntiewinst is en waardoor de werkzaamheidsgraad zowel in Brussel als Wallonië naar de 80% kunnen stijgen. Dat is responsabilisering en dat zal nooit gebeuren zonder een grondige staatshervorming. Een staatshervorming op zich is nooit een doel als het niet tot deze efficiëntie leidt. Als de Waalse partijen MR en Les Engagés op hun woord terugkomen dan zit er voor Vlaanderen niks anders op dan keihard te reageren en te dreigen met het einde van België. Financieel staat Vlaanderen sterk en heeft het op dat vlak ook sterke hefbomen in handen om die dreigementen hard te maken. Brussel en Wallonië hebben op dat vlak veel te verliezen, maar het kan niet langer dat Vlaanderen de rekeningen blijft betalen voor regio’s die niet willen hervormen. Het OVV is ervan overtuigd dat dit het momentum is voor zowel Vlaanderen als Wallonië om die hervormingen door te voeren. We willen wel waakzaam blijven zodat de gedoodverfde Franstalige regeringspartijen de Vlaamse meerderheid geen kat in de zak verkopen. De hervormingen die Bart De Wever wil en moet doorvoeren richting confederalisme moeten resultaat opleveren. Geen oeverloze discussiegroepen, studies of dure enquêtes rond de efficiëntie van de staat zoals het onder Vivaldi werd georganiseerd. Dit keer moet een staatshervorming een resultaatsverbintenis inhouden waarbij op zijn minst het confederalisme wordt doorgevoerd zoals dit is voorgehouden voor de verkiezingen. Alleen op die manier zal de welvaart echt gegarandeerd worden en kunnen de toekomstige generaties hun eigen lot in handen nemen. Als Europa op 19 juni België op de strafbank zal zetten, zullen MR en Les Engagés niet veel meer anders kunnen dan die realiteit van een verdere responsabilisering aanvaarden.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
In april 2024 werd een studie gepubliceerd door het Intermutualistisch Agentschap (IMA), in samenwerking met het Riziv: “Langdurige arbeidsongeschiktheid en invaliditeit omwille van psychosociale aandoeningen. Sociaal-demografisch, medisch en zorgconsumptieprofiel.” Dr. Karel Vermeyen legt in zijn analyse duidelijke regionale verschillen bloot. Met als interessante eindvraag of voor het statuut invaliditeit de adviserende artsen van de ziekenfondsen in Franstalig België een meer soepele houding aannemen dan hun collega’s in Vlaanderen.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Author: Boudewijn Bouckaert (University of Ghent)
‘When a people shall have become incapable of governing themselves, and fit for a master, it is of little consequence from what quarter he comes’.
George Washington, Letter to Lafayette, 1788
Abstract
Belgium, a country in the heart of Europe, has no effective government since 2007. The political elites of the Flemish and the French speaking side are not able to find a compromise on the reform of the federal system. In this article an analysis of the causes of this long lasting crisis is developed. First, the difference of politics concerning policy within a given political entity (policy-politics) and politics about the optimal scope and size of a political entity (polity-politics) is explained. It is argued that a democracy can barely function when facing at the same time policy- and polity-conflicts. Such a combination prevents political transparency and degrades the quality of political decisions due to the linking of short-term decisions with long-term ones. The instability of the structure of the Belgian state has its historical roots in a weak historical identity and a low level of internalisation of Belgian nationhood among the Flemish population. This latter has its origins in a century long French cultural domination. While Switzerland remains a stable multi-linguistic state, Belgium fails in this respect. Three differences can explain this: Belgium has a past of cultural domination of one linguistic group by another; in Belgium social-economic characteristics are congruent with linguistic ones; in Belgium the federal authority is eroded by the growing powers of Europe. The prediction is that Belgium will continue to exist in the coming decades as a confederation. Due to asymmetries in nationhood-conscience between the Flemish and French speakers, to the fear of impoverishment in the Walloon region and to the complex situation in Brussels, this transformation will be a long and painful process.