- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Het ene woord is het andere niet. Georges-Louis Bouchez sprak op de avond van 9 juni van een staatshervorming. Voor hem was het dat ook. De winst van zijn partij en het verlies van de PS waren een aardverschuiving, maar voor ons geen staatshervorming. Een staatshervorming is immers veel duurzamer. Wat je wijzigt, is min of meer blijvend van karakter. Maar bij een aardverschuiving kunnen graafmachines alles terug in zijn oude plooi leggen.
En daar moeten we ons voor hoeden. Het feit dat Wallonië dit keer rechtser heeft gekozen dan de vorige keren, mag ons niet doen besluiten dat we gebeiteld zitten voor de toekomst. België is een merkwaardig land en wat vandaag verworven is, is dat daarom morgen soms niet meer. België draait vierkant en de zege van MR zal hier niks aan veranderen. Tenzij … tenzij we het momentum grijpen en die staatshervorming doorduwen die ervoor kan zorgen dat zelfs graafmachines geen bressen meer in dijken kunnen slaan.
Vlamingen en Franstaligen zijn wezenlijk verschillend. Geen verwijt, gewoon een vaststelling. Magnette zei ooit dat Walen liever profiteren van het leven en Vlamingen liever hard werken. Feit is dat de werkzaamheidsgraad in Wallonië barslecht is. Slechts 66% is er aan het werk. In Vlaanderen 77%. En van die 66% werkt er slechts 23% in de privésector. Die vaststelling, dat Vlamingen en Walen verschillen, moet ertoe leiden dat elke deelstaat zijn eigen klemtonen moet kunnen leggen. Elke deelstaat moet een eigen arbeidsmarktbeleid, een volledig eigen gezondheidszorg kunnen voeren en tot responsabilisering van de uitgaven komen. Dat moet ingebed worden in een diepgaande staatshervorming waardoor er bij een volgende stembusgang geen ommekeer in dat beleid kan komen.
Vlaamse staatsvorming is noodzakelijk!
Niet hervormen om te hervormen, maar om te verbeteren. Vlaamse staatsvorming moet ertoe leiden dat we zelf de krachtlijnen vastleggen en ervoor zorgen dat wat we verbeteren ook beter blijft. Het verleden heeft al te vaak aangetoond dat de opkuis van de staatsfinanciën geen zekerheid is dat dit zo blijft. Willen we de Vlaamse welvaart beschermen dan moeten wij ook ‘mechanismen’ krijgen die ons in staat stellen die welvaart blijvend te verankeren in Vlaanderen. Dus zonder transfers die in een bodemloos vat terechtkomen. In die zin ijvert het OVV voor:
- De volledige splitsing van de sociale zekerheid: geen misbruik meer van zogenaamde solidariteit.
- Fiscale autonomie voor de deelstaten: gedaan met voorlopige dotaties.
- Homogene bevoegdheden zoals 25 jaar geleden vastgelegd in de 5 resoluties van het Vlaams parlement, inclusief een splitsing van het departement justitie.
- Géén herfederalisering van bevoegdheden, de droom van MR en Les Engagés.
- Géén België met 4 gewesten.
Het OVV hoopt dat de (pre)formateur met dezelfde ambitie die hem is ingegeven voor de verkiezingen de bovenstaande wijzigingen aan het federale huis kan doorduwen. Vandaar onze oproep om hem ook 100 dagen te geven, maar met de krijtlijnen van een grondige staatsvorming. Franstaligen zullen het de (pre)formateur niet gemakkelijk maken. In deze context is het cruciaal dat de Vlaamse onderhandelaars hun financiële macht, maar ook het krachtige signaal van de Vlaamse kiezer, als hefbomen gebruiken richting Vlaamse staatsvorming. Vandaag hebben we een unieke kans om Vlaanderen dat beleid te geven waarvoor het gekozen heeft. Efficiëntie en responsabilisering zijn dé sleutelwoorden om ervoor te zorgen dat Vlaanderen zijn welvaart kan veiligstellen. Dat weten ze ook perfect in het zuiden. Maar tussen droom en daad gaapt vaak een diepe kloof. Als Bouchez Wallonië echt klaar wil stomen voor de toekomst, dan gaat hij daarin compleet mee. Neem het ons niet kwalijk, dat we dat pas geloven als we het zien op het terrein.
Geniet van de Vlaamse Feestdag, 11 juli 2024.
Voorzitter Paul Becue en het Dagelijks Bestuur van OVV
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Het kan met Vlaanderen twee kanten uit. — © Maarten De Bouw
Luc Van den Brande geeft drie denksporen die volgens hem het Vlaamse regeerakkoord moeten helpen vormgeven.
Luc Van den Brande Voormalig minister-president van de Vlaamse regering (CD&V).
Overal, tegelijkertijd en in grote versnelling komen vele uitdagingen op ons af: klimaatverandering, vergroening van de economie, economisch verantwoorde energieconsumptie, nood aan nieuwe, andere investeringen. Zij zijn alle met elkaar verbonden en hebben een directe impact op onze toekomstige welvaart. Een rechtvaardige, eerlijke en duurzame transitie dringt zich daarbij op, tegen een achtergrond van een onzekere, multipolaire wereld waarin Europa competitiever en autonomer moet worden in een digitale omgeving gedreven door AI en robotica. Met oorlogen vlakbij in Oekraïne en in het Midden-Oosten. Vlaanderen is een deel van die nieuwe wereld waarin ambitie en de kwaliteit van het beleid doorslaggevend zullen zijn.
Langs alle kanten wordt aangedrongen op de snelle vorming van een Vlaamse regering. Natuurlijk moet er snel geschakeld worden, maar het komt er vooral op aan de ambitie juist te stellen. Het mantra van de noodzaak aan een centrumrechtse regering, zogenaamd als teken van de tijd en als dam tegen extreemrechts, is geen afdoend antwoord op de uitdagingen waar we voor staan. Bovendien is dat etiket onjuist, zeker voor twee van de drie partijen die de intentie hebben om samen een meerderheid te vormen. CD&V moet zich daar niet in laten vangen, ze staat als volkspartij recht tegenover links en rechts, met iedere mens centraal. Iedereen verschillend, iedereen gelijk. Met behoud van wat mensen sterker heeft gemaakt en radicale verandering van wat hen en de samenleving heeft verzwakt.
Tijd voor visionairen
Twee risico’s bedreigen de toekomstige regeringsafspraken. Vooreerst de ‘geruststelling’ dat extreemrechts gelukkig niet de overhand heeft gekregen. Daarbij mag niet vergeten worden dat twee partijen die ook de vorige Vlaamse regering vormden, de schade beperkt hebben, maar toch verloren. De voedingsbodem voor het ongenoegen bij veel mensen zal niet alleen een gewoon antwoord moeten krijgen, maar gedragen worden door een geïnspireerd beleid. Het is geen tijd voor techneuten, wel een voor visionairen.
Het tweede risico is dat men opnieuw een Bijbel maakt, tot in het laatste detail uitgeschreven, wat een teken zou zijn van wantrouwen. Het zou zuurstof wegnemen uit het Vlaams Parlement, dat zijn democratische rol verder ziet afkalven, en het zou getuigen van een achterhaalde bestuurscultuur. Er moet meer ruimte komen voor rechtstreekse inspraak van de burger. Het is ook tijd om de kabinetten drastisch in te perken en vooral te steunen op de administratie. De uitwas van kabinetten dreigt mettertijd tot een onzichtbare vijfde colonne te leiden die een eigen leven leidt. Hoorzittingen met de kandidaat-ministers in het Vlaams Parlement kunnen ook daarover duidelijkheid geven, samen met hun inzichten en deskundigheid voor de bevoegdheden waarvoor zij zijn aangezocht. In de afgelopen regeerperiode werden op een aantal domeinen zeker belangrijke stappen gezet, maar vaak was het in het defensief en ontbrak het aan ambitie om echt voor verandering te gaan.
Ik wil drie sporen aangeven die herkenbaar moeten zijn in het regeerakkoord. Om te beginnen: een mensgerichte, veerkrachtige samenleving waarbij de Europese pijler van sociale rechten het richtsnoer is voor een zorgzaam Vlaanderen, met steun en zekerheid voor wie het niet alleen aankan en met solidariteit tussen generaties. Waar sterk wordt ingezet op innovatie, creativiteit en veerkracht. Waar mensen dankzij onderwijs, kennis en vaardigheden alle kansen krijgen in de nieuwe wereld van werk die zich aftekent. Mensen voluit activeren zal meer resultaten opleveren dan werkloosheidsvergoedingen beperken in de tijd.
Inkomstenfederalisme
Een tweede spoor is een nieuwe organisatie van het land in confederale richting, waarvoor ik lang geleden al pleitte. Met Vlaanderen en Wallonië als deelstaten, een Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Zeg maar het 2+2-model. De huidige staatsinrichting steunt overwegend op een uitgavenfederalisme, ze moet veel meer ook een inkomstenfederalisme worden. Dat zal de verantwoordelijkheid van elke entiteit aanscherpen. In het verleden is al gebleken dat alleen de overdracht van homogene bevoegdheden tot resultaten en duidelijkheid leidt. Daarom is een volledige overdracht van het arbeidsmarkt- en gezondheidsbeleid nu aan de orde. Het Vlaams Parlement moet zich daarop voorbereiden. Dat kan niet los worden gezien van de Europese gemeenschappelijke ruimte, waarin Vlaanderen meer stem en plaats moet krijgen. Het samenwerkingsakkoord van 1994 is dan ook aan herziening toe. Meer dan in de afgelopen periode het geval was, moet Vlaanderen zich op de Europese en internationale kaart zetten en zich niet opnieuw beperken tot internationale culturele betrekkingen.
Een federale regering als afspiegeling van de deelstaatregeringen en regionale regeringen, zoals eerder al voorgesteld, is nu wellicht mogelijk. De federale regering, die haar eigen verantwoordelijkheid moet opnemen, moet daarbij ook inhoudelijk ruimte en steun geven aan het verschillende beleid van de deelstaten en gewesten. Een louter formele afspiegeling zal niet volstaan. Ook met meerlagig bestuur tussen alle bestuurslagen, van de gemeente tot Europa, als kader voor goede samenwerking, met respect voor ieders bevoegdheid.
Ten slotte moet de begroting onder controle worden gehouden, waarbij alle uitgaven grondig op hun effectiviteit worden afgewogen en de juiste prioriteiten worden gesteld, met de inzet van een rechtvaardige fiscaliteit.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Mechelen, 11 juni 2024 - De verkiezingen van afgelopen zondag hebben duidelijk gemaakt dat dit land uit een ander vaatje moet tappen. Voor het eerst halen de V-partijen N-VA en Vlaams Belang samen 50% van de zetels in Vlaanderen en voor het eerst staat de PS in Wallonië aan de kant. Zowel in Vlaanderen als Wallonië hebben de mensen gekozen voor hun welvaart en willen ze de toekomst van de volgende generaties op dat vlak veiligstellen. Maar ook al liggen de kaarten gunstig, het Overleg-centrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) pleit wel voor waakzaamheid. De beloftes die voor de verkiezingen gedaan zijn, mogen geen dode letter blijven. Als Bart De Wever stelt dat de beste kuur zelfbestuur is, dan willen wij hem daaraan houden, maar ook al zijn toekomstige regeringspartijen.
Zorgelijk in onze ogen is de reactie aan Waalse kant van Les Engagés. Meteen stellen ze een veto tegen een Vlaamse eerste minister in de figuur van Bart De Wever. Nochtans heeft het er alle schijn van dat de meerderheid van dit land, en dat zijn nog steeds de Vlamingen, diezelfde Bart De Wever in de Wetstraat 16 zijn intrek willen zien nemen. Dat Les Engagés nu pleit tegen De Wever als premier omwille van het zogenaamde ontbrekende respect voor de Waal getuigt van nog minder respect voor de Vlaming. Het is niet aan Les Engagés om veto’s te stellen. Wat belangrijk is, is dat de Franstaligen werk maken van de door hen voorgehouden hervormingen. Aan de andere kant van de taalgrens klinkt het uit de mond van de gemiddelde Waal dat hij of zij ook een welvarende toekomst wil. Hij of zij wil zijn of haar lot in eigen handen nemen, werken en niet langer leven van uitkeringen. De gemiddelde Waalse werkzaamheidsgraad moet van 66 naar 80%, iets waar de PS jarenlang geen werk van heeft willen maken omwille van electorale belangen. Dat moet het uitgangspunt zijn van MR en Les Engagés, niet een veto tegen de voorzitter van de grootste Vlaamse partij. Als de regio’s zelf hun lot in handen nemen dan vragen ze daarvoor de bevoegdheden die hen hiertoe in staat stellen, al de rest is gerommel in de marge.
De hervormingen moeten dit keer grondig en diepgaand zijn waardoor er echt efficiëntiewinst is en waardoor de werkzaamheidsgraad zowel in Brussel als Wallonië naar de 80% kunnen stijgen. Dat is responsabilisering en dat zal nooit gebeuren zonder een grondige staatshervorming. Een staatshervorming op zich is nooit een doel als het niet tot deze efficiëntie leidt. Als de Waalse partijen MR en Les Engagés op hun woord terugkomen dan zit er voor Vlaanderen niks anders op dan keihard te reageren en te dreigen met het einde van België. Financieel staat Vlaanderen sterk en heeft het op dat vlak ook sterke hefbomen in handen om die dreigementen hard te maken. Brussel en Wallonië hebben op dat vlak veel te verliezen, maar het kan niet langer dat Vlaanderen de rekeningen blijft betalen voor regio’s die niet willen hervormen. Het OVV is ervan overtuigd dat dit het momentum is voor zowel Vlaanderen als Wallonië om die hervormingen door te voeren. We willen wel waakzaam blijven zodat de gedoodverfde Franstalige regeringspartijen de Vlaamse meerderheid geen kat in de zak verkopen. De hervormingen die Bart De Wever wil en moet doorvoeren richting confederalisme moeten resultaat opleveren. Geen oeverloze discussiegroepen, studies of dure enquêtes rond de efficiëntie van de staat zoals het onder Vivaldi werd georganiseerd. Dit keer moet een staatshervorming een resultaatsverbintenis inhouden waarbij op zijn minst het confederalisme wordt doorgevoerd zoals dit is voorgehouden voor de verkiezingen. Alleen op die manier zal de welvaart echt gegarandeerd worden en kunnen de toekomstige generaties hun eigen lot in handen nemen. Als Europa op 19 juni België op de strafbank zal zetten, zullen MR en Les Engagés niet veel meer anders kunnen dan die realiteit van een verdere responsabilisering aanvaarden.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
In april 2024 werd een studie gepubliceerd door het Intermutualistisch Agentschap (IMA), in samenwerking met het Riziv: “Langdurige arbeidsongeschiktheid en invaliditeit omwille van psychosociale aandoeningen. Sociaal-demografisch, medisch en zorgconsumptieprofiel.” Dr. Karel Vermeyen legt in zijn analyse duidelijke regionale verschillen bloot. Met als interessante eindvraag of voor het statuut invaliditeit de adviserende artsen van de ziekenfondsen in Franstalig België een meer soepele houding aannemen dan hun collega’s in Vlaanderen.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Author: Boudewijn Bouckaert (University of Ghent)
‘When a people shall have become incapable of governing themselves, and fit for a master, it is of little consequence from what quarter he comes’.
George Washington, Letter to Lafayette, 1788
Abstract
Belgium, a country in the heart of Europe, has no effective government since 2007. The political elites of the Flemish and the French speaking side are not able to find a compromise on the reform of the federal system. In this article an analysis of the causes of this long lasting crisis is developed. First, the difference of politics concerning policy within a given political entity (policy-politics) and politics about the optimal scope and size of a political entity (polity-politics) is explained. It is argued that a democracy can barely function when facing at the same time policy- and polity-conflicts. Such a combination prevents political transparency and degrades the quality of political decisions due to the linking of short-term decisions with long-term ones. The instability of the structure of the Belgian state has its historical roots in a weak historical identity and a low level of internalisation of Belgian nationhood among the Flemish population. This latter has its origins in a century long French cultural domination. While Switzerland remains a stable multi-linguistic state, Belgium fails in this respect. Three differences can explain this: Belgium has a past of cultural domination of one linguistic group by another; in Belgium social-economic characteristics are congruent with linguistic ones; in Belgium the federal authority is eroded by the growing powers of Europe. The prediction is that Belgium will continue to exist in the coming decades as a confederation. Due to asymmetries in nationhood-conscience between the Flemish and French speakers, to the fear of impoverishment in the Walloon region and to the complex situation in Brussels, this transformation will be a long and painful process.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
(Volledige tekst NL) (Texte complet FR) (Ganzer Text DE)
Het Vlaams Artsenverbond (VAV) is een socioculturele vereniging voor en van Vlaamse artsen en dit zonder syndicale, partijpolitieke of filosofische bindingen. Een van de voornaamste doelstellingen is te streven naar een autonome Vlaamse gezondheidszorg als onderdeel van een autonome Vlaamse sociale zekerheid. Het VAV streeft naar communautarisering van de gezondheidszorg (de overheveling naar de Vlaamse en Franse Gemeenschap) waarbij de inwoners van Brussel kiezen voor het stelsel van een van beide gemeenschappen. De argumenten die het VAV wenst te onderlijnen om het beleid en de financiering van de gezondheidszorg toe te wijzen aan de Gemeenschappen zijn:
- De verschillen tussen Vlaanderen en Franstalig België in het gezondheidsbeleid: de onevenwichtige uitbouw van het ziekenhuislandschap, de verschillende benadering van gezondheidszorg zoals aangetoond via de uitgavenprofielen, de performantieverschillen met betrekking tot doeltreffendheid van zorg, veiligheid van zorg en zorgcontinuiteit en de verschillen in de benadering van de brede gezondheidspolitiek (preventieve geneeskunde). Het is opvallend dat er niet alleen accentverschillen maar ook performantieverschillen zijn tussen Noord en Zuid. In Wallonië en Brussel is zowel de sterfte vermijdbaar door primaire preventie als de sterfte vermijdbaar door betere organisatie van de gezondheidszorg (secundaire preventie en behandeling) beduidend hoger dan in Vlaanderen. Ook in Europese vergelijking scoren Wallonië en Brussel zwak.
- Wegens de financiële uitdagingen en de budgettaire beperkingen zal een efficiëntere organisatie van de gezondheidszorg noodzakelijk zijn. De verdeling van bevoegdheden, de fragmentatie van zorg en preventie, de trage overleg- en beslissingsprocessen en de tekorten aan zorgverleners dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Welzijnsbeleid en Gezondheidsbeleid onder één beheer brengen is in deze essentieel. Ook de kostenevolutie en de vergrijzing vormen een toenemend probleem. Het gezondheidszorgbudget zal steeds meer onder druk komen door de evolutie van de medische technologie en nieuwe farmaceutische producten. Door de druk op het gezondheidszorgbudget dreigt de solidaire toegankelijkheid problematisch te worden. Meer efficiëntie zal dus ook noodzakelijk zijn om een solidair systeem te behouden. Nu reeds zijn bijna een kwart van de uitgaven “out-of-pocket” betalingen hetgeen de solidariteit onder druk zet.
- Het VAV onderlijnt in het licht van deze financiële uitdagingen de noodzaak tot responsabilisering. Het VAV wijst er bovendien op dat de lage tewerkstellingsgraad in Wallonië de voornaamste oorzaak van de Vlaams-Waalse geldtransfers is, analyse die ook door sommige Franstalige studiegroepen bevestigd wordt.
Na de zesde staatshervorming bleef de financiering van de gezondheidszorg grotendeels op federaal niveau en werden de overgehevelde bevoegdheden gefinancierd met federale dotaties. Gezien de uitdagingen voor de toekomst, zowel in de gezondheidszorg als in de andere sectoren van de sociale zekerheid, gezien de duidelijke cultuurverschillen, gezien de vastgestelde performantieverschillen en gezien de precaire begrotingssituatie is het logisch naar een financieringsysteem te evolueren dat toelaat in de gezondheidszorg zowel performantie als kwaliteit te ondersteunen. Een gesplitste financiering van de gezondheidszorg biedt mogelijkheden en hoeft geen verlies van solidariteit te betekenen. Wel belangrijk is dat solidariteit op een transparante manier georganiseerd wordt en een tijdsdefinitie heeft. Enkel op die manier kan een maatschappelijk draagvlak bewaard blijven.
Er bestaat internationaal heel wat ervaring met decentrale organisatiemodellen. De stelling is dan ook dat een decentraal gedefiniëerde gezondheidszorg uitgewerkt kan worden en dat onderhandelde solidariteit als een hefboom kan dienen om het geheel van de gezondheidszorg efficiënter te maken waarbij de solidariteit kan behouden blijven.
Een decentrale financiering wordt voorgesteld waarbij de reële bijdragen van elke Gemeenschap aan het Gezondheidszorgbudget toegewezen worden aan die Gemeenschap, aangevuld met onderhandelde solidariteit binnen een afgesproken tijdskader. Bepalen tot welke Gemeenschap iemand behoort kan gebeuren op basis van de woonplaats. In Brussel kan dit op basis van de gemeenschapskeuze via de inschrijving in het ziekenfonds. Zo worden de niet-transparante transfers vervangen door een aangepast solidariteitsmechanisme dat toelaat minder performante regio’s te activeren. Deze solidariteit heeft een voorwaardelijk aspect en wordt transparant georganiseerd. Om een wettelijke basis voor deze splitsing te realiseren volstaat het om de “uitzonderingen” zoals bepaald in de Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980 aan te passen.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
Bij de Artsenkrant loopt momenteel een bevraging die mogelijks interessant is voor u.
De Artsenkrant wil weten wat u vindt van het huidige beleid en hoe u kijkt tegen een aantal prangende gezondheidskwesties.
Geïnteresseerd? Neem dan snel deel via deze link.
De bevraging is beknopt en neemt slechts enkele minuten in beslag.
- Details
- Categorie: Uit de pers geplukt
PERSBERICHT (22 april 2023)
- Sinds de instelling van de contingentering werden de artsen- en tandartsenquota gebaseerd op de bevolkingsverhouding tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap: 60 Nederlandstaligen/40 Franstaligen. Die verdeling werd jarenlang niet gecontesteerd door beide partijen.
Via de Pers vernamen we echter dat de Planningscommissie recent overstapte op de verdeelsleutel 55 N/45 F op basis van het argument dat de Franstalige artsen meer tijd besteden onder meer aan een raadpleging dan de Vlaamse artsen. De Planningscommissie werd hierin gevolgd door minister Frank Vandenbroucke.
Het VAV vindt dit echter geen valabel argument: niemand ontzegt de Waalse artsen immers de vrijheid om hun raadpleging in kortere tijd af te werken. Zoals ook niemand de Waalse artsen de vrijheid ontzegt om meer voltijds te werken. Het VAV wenst dan ook dat de vroegere verdeelsleutel 60 N/40 F gehandhaafd wordt. - In de loop van de jaren leidde de Franse Gemeenschap meer artsen op dan reglementair aangeduid – en dit in grotere mate dan aan Vlaamse kant – met de belofte dat die overtallen in de toekomst zouden gecompenseerd worden door aanvraag van evenveel minder artsen. Die compensatie is er nooit gekomen en bovendien stelde de Planningscommissie recent voor om die historische compensatie af te schaffen en te vervangen door een ander afbouwstelsel, gekoppeld aan de jaarlijkse quota. De vrees van het VAV en AK-VSZ is dat de transparantie door die ingreep zal afnemen. VAV en AK-VSZ pleiten ervoor om het voormalig controlestelsel te handhaven.
- De bezorgdheid van VAV en AK-VSZ om beide hoger vermelde doelstellingen van de contingentering te blijven behartigen wordt gestimuleerd door twee studies over de artsendensiteit in de Vlaamse en Franse Gemeenschap. De eerste studie is gebaseerd op gegevens van Secretaris-Generaal VBS Marc Moens van 2015 en besluit dat de Franstalige artsen in verhouding tot de bevolking voor 29% oververtegenwoordigd zijn in het totaal aantal artsen in België (Densiteit van artsen in Franse en Vlaamse Gemeenschap, Periodiek, april-mei-juni 2015, p. 23-25). De tweede studie is gebaseerd op gegevens van de Planningscommissie Medisch Aanbod van 2016 en besluit dat de Franse Gemeenschap in verhouding tot de bevolking oververtegenwoordigd is in de gezamenlijke categorie huisartsen + specialisten met 30% (Artsendensite it in de gemeenschappen en gewesten in België in 2016, Periodiek, oktober-november-december 2019, p. 15-16). Deze ondervertegenwoordiging van Nederlandstalige artsen is een ernstige handicap voor de opbouw van de noodzakelijke Vlaamse aanwezigheid in Brussel en in de Vlaamse Rand rond Brussel.
- Het VAV en AK-VSZ zien geen redenen om van hun stellingen, vermeld onder 1 en 2, af te wijken aangezien de Vlaamse Gemeenschap de richtlijnen van de contingentering in het verleden nauwkeurig heeft opgevolgd – zelfs ten koste van verlies van grote getallen studenten die de studies geneeskunde wilden aanvangen – terwijl de Franse Gemeenschap zich weinig om de criteria bekommerde. Indien zou blijken dat tijdens onderhandelingen tussen de Vlaamse regering en minister Frank Vandenbroucke de contingenteringsnorm 60 N/4 0 F en de controle op de historische Franstalige compensatie niet kunnen gehandhaafd worden, zal de Vlaamse regering, in afwachting van de overheveling van de ganse gezondheidszorg naar de gemeenschappen, er voor moeten zorgen de belangen van de Vlaamse studenten geneeskunde maximaal te behartigen. Namelijk door jaarlijks een Vlaams quotum te eisen dat ruim voldoet aan de Vlaamse behoeften, uitgaande van de onder 1, 2 en 3 vermelde doelstellingen.
Namens de Raden van Bestuur van VAV en AK-VSZ
Dr. Jan Van Meirhaeghe Jürgen Constandt
Voorzitter VAV Voorzitter AK -VSZ
Contact: Jan Van Meirhaeghe, voorzitter VAV
e-mail:
GSM: 0496/286 719