Startpagina
Presentaties van het Symposium 2023: “Communautarisering van de gezondheidzorg in 2024!”
- Details
- Categorie: Symposia
Programma:
- 8.30 u. Onthaal
- 9.00 u. Welkomstwoord.
(Mevr. Elien Renders, KBC Mediservice, Brussel) - 9.05 u. De defederalisering van de gezondheidszorg (Abstract & Presentatie)
(Dr. Jürgen Vanpraet, advocaat, Onderzoeksgroep staats- en bestuursrecht UGent) - 9.25 u. Naar een de-centrale gezondheidszorg in een solidaire samenleving (Abstract & Presentatie)
(Prof. Em. Dr. Jan De Maeseneer, Emeritus gewoon hoogleraar in de Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg van de Universiteit Gent) - 9.45 u. Hoe de staatsstructuur de opleiding van artsen remt (Abstract & Presentatie)
(Dr. Jonas Brouwers, voorzitter VASO "Vlaamse vereniging voor arts-specialisten in opleiding") - 10.05 u. Performantie van de gezondheidszorg: een vergelijking Noord‑Zuid (Abstract & Presentatie)
(Dr. Karel Vermeyen, voormalig waarnemend diensthoofd anesthesie UZ Antwerpen, bestuurslid VAV) - 10.25 u. Naar een toekomstbestendige organisatie van gezondheidszorg (Abstract & Presentatie)
(Mevr Karine Moykens, secretaris-generaal, Departement Zorg) - 10.45 u. Koffiepauze
- 11.40 u. Debat met sprekers en deelnemers, moderator: Dr. Geert Debruyne, oud‑voorzitter
- 12.25 u. Slotwoord (Presentatie)
(Dr. Jan Van Meirhaeghe, VAV-voorzitter) - 12.30 u. Receptie
- 13.30 u. Einde
Periodiek jaargang 78 Nr 3
- Details
- Categorie: Periodiek
Voorwoord
Enkele weken geleden kwamen taalperikelen in de medische sector nog maar eens in het nieuws. Dit keer vanuit een ietwat andere invalshoek dan we gewoon zijn. Voor het eerst zijn er in dit ontiegelijke land volgens recente cijfers van de OESO meer dan 10.000 buitenlandse artsen actief.
Op 23 augustus 2023 lazen we op MEDI-SFEER: “Begin deze eeuw waren 4 op de 100 dokters in het buitenland opgeleid, vandaag zijn dat er al 14 op de 100. De meesten onder hen komen uit Frankrijk (1.620) en Nederland (1.590), maar ook Roemenië komt met 1.558 artsen dicht in de buurt. Ook andere Oost- en Zuid-Europese en Afrikaanse landen hebben steeds meer artsen in België, van wie velen de taal niet machtig zijn.”
Diverse artsenverenigingen, maar ook de tandartsen en universiteiten reageerden elk vanuit hun ooghoek op deze cijfers. Het kwam uitgebreid aan bod in de medische en algemene pers.
Enerzijds wordt gebrek aan taalvaardigheid en taalkennis aangeklaagd, men stelt ook duidelijk vragen over de competentie van de buitenlandse artsen en de kwaliteit van de opleiding in sommige landen… !
Taalvaardigheid is nodig voor een goede vertrouwensrelatie tussen patiënt en arts.
Buitenlandse studenten die hier een opleiding geneeskunde willen volgen moeten een taaltest afleggen. Het is dan ook niet meer dan normaal dat hetzelfde gevraagd wordt van artsen die hier willen praktiseren. Het VAV steunt deze eis van de bonden en medische verenigingen.
Van minister Vandenbroucke noteren we naar aanleiding van dit nieuws de volgende uitspraak: “Het is een recht van de patiënt om in de eigen taal zorg toegediend te krijgen. Ik wil dat artsen de taal van de patiënt spreken en ik zal daartoe een sluitend voorstel indienen”. We zullen niet nalaten hem hierop aan te spreken indien nodig.
Prof Devroey (VUB) kaartte in dit verband nog andere problemen aan. Niet alle jongeren die aan een opleiding geneeskunde willen beginnen, kunnen dat. Aan de voorzijde zetten we de poort open voor buitenlandse artsen, maar voor Vlamingen doen we de achterdeur toe. En hij wijst er ook op dat de taalbarrière tussen patiënt en arts een groot probleem vormt, vooral in Brussel en de Vlaamse rand.
Het verwondert mij dat in de commentaren maar weinigen de parallel trokken naar de taaltoestanden in de medische sector in Brussel en de rand. Door de focus te leggen op buitenlandse artsen zou men vergeten dat al sinds jaar en dag de dienstverlening aan Nederlandstalige patiënten in de Brusselse ziekenhuizen en spoeddiensten en ook in de Vlaamse rand op zijn minst gebrekkig te noemen is, en vaak eigenlijk onbestaand.
Het VAV vierde vorig jaar zijn honderdjarig bestaan. Het toenmalige VGV (Vlaams Geneesherenverbond) vierde zijn halve eeuwfeest in 1972 met een academische zitting in Brussel met als onderwerp: “Taaltoestanden in de geneeskundige sector te Brussel”.
Let op de spelling van toen. Er verscheen nadien een lijvig verslagboek dat ik in het licht van de hierboven aangehaalde taalproblematiek nog eens doornam. Ik moet tot mijn grote spijt vaststellen dat in die halve eeuw niets ten goede veranderd is, wel integendeel!
Het blijft dus nog altijd nodig dat het VAV aan de kar duwt.
Jan Van Meirhaeghe
Voorzitter VAV
Vrije tribune door Dokter Karel Vermeyen in persoonlijke naam.
- Details
- Categorie: Publicaties van de leden
Naar een alternatieve financiële organisatie van de Gezondheidszorg en van de Sociale Zekerheid.
Samenvatting.
Vergrijzing maar vooral de medico-technologische ontwikkelingen leggen druk op het gezondheidszorgbudget, waarbij de solidaire toegankelijkheid problematisch dreigt te worden. De persoonlijke uitgaven voor gezondheidszorg vormen nu reeds 23% van het gezondheidszorgbudget. Meer efficiëntie zal dus noodzakelijk zijn om een solidair systeem te behouden. Efficiëntieverlies wordt veroorzaakt door sub-optimale kwaliteit van zorg, een onevenwichtig ziekenhuisaanbod, regionale praktijkverschillen, trage overleg- en beslissingsprocessen en de ingewikkelde staatsstructuur. Dit laatste punt is verder geen onderwerp in deze nota.
Ondanks de forse uitgaven voor gezondheidszorg wordt globaal slechts een gemiddeld resultaat behaald. Het is opvallend dat er niet alleen accentverschillen maar ook performantieverschillen zijn tussen Noord en Zuid. In Wallonië en Brussel is zowel de sterfte vermijdbaar door primaire preventie als de sterfte vermijdbaar door betere organisatie van de gezondheidszorg (secundaire preventie en behandeling) beduidend hoger dan in Vlaanderen. Ook in Europese vergelijking scoren Wallonië en Brussel zwak. Vlaanderen zet naast de curatieve zorg meer in op preventie dan Franstalig België. Een beter uitgebouwde preventieve gezondheidszorg kan leiden tot minder uitgaven in de curatieve zorg en zou financiële ruimte kunnen creëren om de financiële uitdagingen te kunnen opvangen.
De bedreigingen voor de Sociale Zekerheid beperken zich niet tot de evoluties binnen de gezondheidszorg. Volgens gegevens van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening is de werkloosheidsgraad in België 5,7%. De tewerkstellingsgraad voor België bedraagt 72,3%, Vlaanderen 77,2%, Wallonië 65,8% en Brussel Hoofdstedelijk Gewest 65,1%. Het EU27 gemiddelde is 73,1%. Deze lage werkzaamheidsgraad vormt dan ook een bedreiging voor de financiering van de sociale zekerheid in de toekomst.
Solidariteit steunt op een maatschappelijk draagvlak maar dit draagvlak kan bedreigd worden door verschillen in performantie en onvoldoende transparantie. Ingrepen die de transparantie verbeteren en tegelijk de performantie van onderpresterende regio’s kunnen verbeteren zullen de solidariteit ten goede komen. Voorgesteld wordt de reële bijdragen van elke Gemeenschap aan de Sociale Zekerheid toe te wijzen aan die Gemeenschap, aangevuld met onderhandelde solidariteit binnen een afgesproken tijdskader. Dit laat toe niet-transparante transfers te vervangen door een aangepast solidariteitsmechanisme waardoor minder performante regio’s kunnen geactiveerd worden.
Voor elke Gemeenschap wordt dus een eigen deelbudget van de sociale zekerheid bepaald, aangevuld met een solidariteit gebaseerd op afgesproken doelstellingen en met een tijdsperspectief. Deze solidariteit heeft een voorwaardelijk aspect en wordt transparant georganiseerd. Bepalen tot welke Gemeenschap iemand behoort kan gebeuren op basis van de woonplaats. In Brussel kan dit gebeuren op basis van de gemeenschapskeuze via de inschrijving in het ziekenfonds. Het voordeel is dat dit voor het Hoofstedelijk Gewest een eenvoudige oplossing is. Voor de uitbouw eerste lijn en de gezondheidsberoepen dient een maximale decentralisatie uitgewerkt te worden. Voor de tweede en derde lijn worden de budgetten gesplitst en worden de bestaande bevoegdheidsverdelingen behouden. De Federale aansturing met betrekking tot regelgeving en normering wordt behouden om te vermijden dat een te grote divergentie zou ontstaan tussen de uitbouw van het zorgaanbod met mogelijks een interregionale mobiliteit tot gevolg en ongelijkheden in toegankelijkheid. Dit voorstel tot hervorming van de gezondheidszorg voorziet in een volledig gesplitste financiering naar de Gemeenschappen voor het geheel van de gezondheidszorg.
Er bestaat internationaal heel wat ervaring met decentrale organisatiemodellen. De stelling is dan ook dat een decentraal gedefiniëerde gezondheidszorg uitgewerkt kan worden en dat onderhandelde solidariteit als een hefboom kan dienen om het geheel van de gezondheidszorg efficiënter te maken waarbij de solidariteit kan behouden blijven. Bij uitbreiding kan dit ook voor de andere sectoren van de Sociale Zekerheid gedaan worden. Solidariteit, rechtvaardigheid en doelmatigheid blijven verzekerd.